Wat zijn Science-based targets

04 January 2023 Energie Duurzaamheid

Het is vaak niet eenvoudig voor bedrijven om zichzelf realistische, maar voldoende ambitieuze doelen te stellen voor de reductie van broeikasgasemissies. De ‘Science Based Targets’ kunnen daar een oplossing voor bieden. 

Kort samengevat

In 2015 werd het klimaatakkoord van Parijs goedgekeurd. In dit akkoord werden verschillende lange termijndoelstellingen vastgelegd, waarvan de meest bekende: een substantiële reductie van de uitstoot van broeikasgassen om de opwarming van de Aarde zeker te beperken tot 2°C en om de beperktere opwarming van 1.5°C na te streven. Om binnen de grens van 1.5°C te blijven, moet de uitstoot van broeikasgassen in principe gehalveerd worden tegen 2030 en zakken tot 'netto nul' tegen 2050. Het gebruik van science based targets moet hier aan bijdragen.

Hoe gaat dit in zijn werk?

Science-based targets geven het tempo aan waarin bedrijven en financiële instellingen broeikasgasemissies dienen te reduceren om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.  Op deze manier wil het Science Based Targets Initiative (SBTi) de meest negatieve impacten van klimaatverandering voorkomen.

SBTi faciliteert zowel het bepalen van kortetermijndoelstellingen (KT-doelstellingen) als het bepalen van netto nul-doelstellingen (net-zero- of NZ-doelstellingen):

  • Voor SBTi hebben KT-doelstellingen een deadline van 5 à 10 jaar na validatie. Opdat deze doelstellingen science-based zijn, moeten de scope 1 en scope 2 emissies jaarlijks met minstens 4,2% afnemen t.o.v. het referentiejaar. Voor de scope 2 emissies kan alternatief geopteerd worden om een doelstelling te bepalen voor het gebruik van hernieuwbare energie.

  • Science-based NZ-doelstellingen hebben als laatst mogelijke deadline 2050. Concreet houdt net-zero voor SBTi in dat de uitstoot van broeikasgassen met minstens 90% gereduceerd wordt. Daarnaast moeten de overblijvende emissies ook gecompenseerd worden. Compensaties en het meerekenen van vermeden emissies tellen dus ook niet mee als manieren om emissiereducties te bewerkstelligen.

Wat met scope 3 emissies?

SBTi hecht veel waarde aan het reduceren van scope 3 emissies. Indien de scope 3 emissies meer dan 40% uitmaken van de totale emissies van een bedrijf – dit is zo voor de meeste bedrijven – moeten ook de scope 3 emissies meegenomen worden in de KT-doelstellingen. De KT-doelstelling voor scope 3 emissies moet minstens een reductie van 2,5% inhouden t.o.v. het referentiejaar. Alternatief kunnen bedrijven opteren voor de doelstelling om de voornaamste leveranciers en klanten ook science-based targets te laten opstellen.

Voor NZ-doelstellingen moeten de scope 3 emissies altijd meegenomen worden. Ook hier geldt dat de uitstoot van broeikasgassen met minstens 90% gereduceerd moet worden, en dat de overblijvende emissies gecompenseerd moeten worden.

Hoe begin ik eraan?

De eerste stap richting science-based targets is een goede nulmeting van de uitstoot van broeikasgassen van je bedrijf. Deze carbon footprint moet uitgevoerd worden volgens de principes van de Greenhouse Gas Protocol Corporate Standard. Deze carbon footprint moet de scope 1 en scope 2 emissies bevatten, en minstens een inschatting of screening van de scope 3 emissies. Van daaruit kan je de doelstellingen en pad volgens SBT bepalen en acties uitwerken om deze doelstellingen stap voor stap te bereiken.